Voor een compleet uitverkocht uitvak gaat SC Cambuur vrijdagavond de strijd aan met FC Emmen. Een ploeg die het de laatste weken bijzonder slecht doet. Terwijl het een gekkenhuis was bij het Servicepunt om kaarten te bemachtigen voor de halve finale wedstrijd van de beker gingen de mannen van Henk de Jong trainen. “Wij proberen ons daar inderdaad zoveel mogelijk voor af te sluiten”, zo geeft Henk de Jong desgevraagd antwoord op het vaste persmoment voor de wedstrijd. “Natuurlijk leeft het enorm en het is ook een hele speciale wedstrijd. Wat ik om me heen hoor gaat het echt waanzinnig worden. Maar wij moeten professioneel zijn en focussen ons volledig op het duel tegen morgen. Vergis je niet, de wedstrijd van morgen is weer hartstikke belangrijk.”
SC Cambuur gaat in ieder geval met een goed gevoel op naar Emmen, want afgelopen maandag werd er knap met 1-2 gewonnen in Breda. “Dat hebben de jongens gewoon heel goed gedaan. We hebben als team geknokt en voor elkaar gestreden. Dat weet je dat we altijd scoren en dat deden we ook nu weer twee keer.”
Met andermaal een dubbel programma zijn het drukke werken voor het vlaggenschip van SC Cambuur, maar wat blessures betreft is er voorlopig geen reden tot klagen. “We hebben natuurlijk met Gabi Caschili en Marcel Schaapman twee jongens die langer geblesseerd zijn, maar voor de rest staan we er goed voor. Agustin Anello is weer inzetbaar en ook Vito Wormgoor komt er echt aan. We hebben in alle linies concurrentie en dat is alleen maar goed.”
Tot slot door naar de tegenstander van morgenavond: FC Emmen. De ploeg van trainer en oude bekende Fred Grim staat momenteel op een twaalfde plek, met nog wel een wedstrijd te goed, thuis tegen een andere noordelijke club FC Groningen. “Denk dat de situatie van Emmen wel redelijk vergelijkbaar is met die van ons. Beide clubs zijn vorig jaar gedegradeerd en dan zijn de verwachtingen en de druk natuurlijk hoog. Dat neemt alleen niet weg dat ze echt een goede selectie hebben, er staat ons een lastige wedstrijd te wachten. Maar laat maar komen, we hebben er weer zin in.”